Beknopte geschiedenis: kerk, huis en park
De aanwezigheid van de Kapucijnen in Meersel-Dreef gaat terug tot de Dertigjarige Oorlog (1618–1648). Deze godsdienstoorlog tussen de katholieken en protestanten werd een politieke aangelegenheid met Frankrijk en Holland aan de ene kant en Spanje aan de andere kant.
Op 30 januari 1648 werd de ‘Vrede van Munster’ getekend. De stad en baronie van Breda werden na dit akkoord aan de Hollanders gegeven die toen overwegend calvinist waren. De calvinisten hadden gezworen het katholicisme volledig uit te roeien.
Op 30 januari 1648 werd de ‘Vrede van Munster’ getekend. De stad en baronie van Breda werden na dit akkoord aan de Hollanders gegeven die toen overwegend calvinist waren. De calvinisten hadden gezworen het katholicisme volledig uit te roeien.
Missionarissen in de regio
De kapucijnen, in 1637 verdreven uit Breda, bleven als missionarissen werken in deze streek.
In het begin van 1686 besliste men om in Meersel, dichtbij de grens, een hulppost voor de katholieken op te richten en de mensen uit Chaam, Rijsbergen, Ulicoten, Ulvenhout, Breda… te bedienen.
In het begin van 1686 besliste men om in Meersel, dichtbij de grens, een hulppost voor de katholieken op te richten en de mensen uit Chaam, Rijsbergen, Ulicoten, Ulvenhout, Breda… te bedienen.
De plannen van Jan de Wyse
Pater Franciscus van Breda, kapucijn en halfbroer van de toen machtige heer Jan de Wyse, had vernomen dat hij van plan was om een groot deel van zijn vermogen te gebruiken voor een geestelijke stichting. Hij had ook gehoord dat de grond die Jan de Wyse op het oog had, eigendom was van Maria Gabriëlla de Lalaing, echtgenote van de Rijngraaf van Salm en Graaf van Hoogstraten.
Na veel onderhandelingen liet de gravin op 15 juni 1686 schriftelijk weten dat de kapucijnen op haar grondgebied een klooster mochten stichten. Dit werd Meersel-Dreef.
Drie maand later, op 10 september, kreeg de toenmalige provinciale overste, P. Michael Otgens van Oudenbosch samen met de Nuntius Mgr. Chigi daarvoor de toestemming van Koning Karel II van Spanje en de Nederlanden. Die bevestigde dat de Antwerpse bisschop Mgr. J.F. van Beughem zijn toestemming gegeven had.
Na veel onderhandelingen liet de gravin op 15 juni 1686 schriftelijk weten dat de kapucijnen op haar grondgebied een klooster mochten stichten. Dit werd Meersel-Dreef.
Drie maand later, op 10 september, kreeg de toenmalige provinciale overste, P. Michael Otgens van Oudenbosch samen met de Nuntius Mgr. Chigi daarvoor de toestemming van Koning Karel II van Spanje en de Nederlanden. Die bevestigde dat de Antwerpse bisschop Mgr. J.F. van Beughem zijn toestemming gegeven had.
Het begon klein
Aanvankelijk waren er maar twee of drie paters. Maar door de druk en belangstelling van het volk groeide dat. Op 21 mei 1687 verwelkomde Jan de Wyse de kapucijnen en de bevolking plechtig. Ze namen hun intrek in de Blauwe Hoeve.
Aan de oever van de Mark bouwden de kapucijnen hun voorlopige verblijfplaats: een schuurtje met drie cellen en plaats om te bidden en te werken.
Op 25 juni 1687 legde men de eerste steen voor het latere klooster. Eens de bouw voltrokken, namen zeven paters en vijf broeders hun intrek in het nieuwe klooster. De kerk werd ingezegend in 1690.
Aan de oever van de Mark bouwden de kapucijnen hun voorlopige verblijfplaats: een schuurtje met drie cellen en plaats om te bidden en te werken.
Op 25 juni 1687 legde men de eerste steen voor het latere klooster. Eens de bouw voltrokken, namen zeven paters en vijf broeders hun intrek in het nieuwe klooster. De kerk werd ingezegend in 1690.
Groei
Nog in 1690 besloot men onder impuls van pater Gardiaan met de medewerking van de hele gemeenschap, een 1100 meter lange dreef aan te leggen. Aan de ene kant groeide en bloeide het park met zijn kruisweg en andere volksdevoties. Aan de andere kant breidde het klooster uit. De kerk werd in 1726 en in 1750 groter gemaakt. Ook het klooster werd aangepast en in 1739 telde het klooster 33 cellen.
De ommekeer
Op 17 april 1794 overwonnen de Fransen de Oostenrijkers. Dit had als gevolg dat op 1 september alle kloosters werden afgeschaft en hun goederen werden verbeurd verklaard.
Op 19 augustus 1796 werden de paters bedreigd met verbanning naar het eiland Ré of Oléron of de kusten van Nieuw Guinea als ze het klooster niet zouden verlaten.
Op 19 augustus 1796 werden de paters bedreigd met verbanning naar het eiland Ré of Oléron of de kusten van Nieuw Guinea als ze het klooster niet zouden verlaten.
Brieven naar het bisdom
Tussen 1838 en 1844, toen de tijden beter waren, was er weer religieuze interesse voor Meersel-Dreef – zowel van de trappisten die een nieuwe stichting op het oog hadden als van de kapucijnen die hun eigendommen verloren zagen gaan.
Op 3 mei 1838 vierden de trappisten hun stichtingsdag. Het klooster heette voortaan Benedictusheem. In 1846 vertrokken de trappisten naar Achel. In 1864 kregen de kapucijnen de toelating om terug te keren naar Meersel-Dreef. De gevolgen van de Franse Revolutie bleven naslepen tot 1879, vooral omdat de eigendom verbeurd verklaard en verkocht was.
Op 3 mei 1838 vierden de trappisten hun stichtingsdag. Het klooster heette voortaan Benedictusheem. In 1846 vertrokken de trappisten naar Achel. In 1864 kregen de kapucijnen de toelating om terug te keren naar Meersel-Dreef. De gevolgen van de Franse Revolutie bleven naslepen tot 1879, vooral omdat de eigendom verbeurd verklaard en verkocht was.
De heropleving van de kapucijnen
De verenigingen herleefden, met aan de top de franciscaanse Derde Orde. De mensen waardeerden de kapucijnen sterk omwille van hun eenvoudige levenswijze, hun volkse aanpak en toewijding, en omwille van hun predicaties.
Overal waar er nood was waren de kapucijnen op post. Zo waren ze er ten tijde van de pest om zieken te verzorgen of op te beuren. Bij een brand waren de kapucijnen de eersten om een handje toe te steken.
Het klooster van Meersel-Dreef groeide uit tot een centrum van druk apostolaat, een voorpost van de Contrareformatie. Die zending ten bate van de Baronie Breda mocht werkelijk geslaagd genoemd worden.
Overal waar er nood was waren de kapucijnen op post. Zo waren ze er ten tijde van de pest om zieken te verzorgen of op te beuren. Bij een brand waren de kapucijnen de eersten om een handje toe te steken.
Het klooster van Meersel-Dreef groeide uit tot een centrum van druk apostolaat, een voorpost van de Contrareformatie. Die zending ten bate van de Baronie Breda mocht werkelijk geslaagd genoemd worden.
Mariapark
Na de Franse Revolutie ontstond een nieuwe vorm van apostolaat die de banden met Nederland verstevigde: de Mariaverering.
Zoals gezegd bevond zich aan de ene kant van de lange dreef het park met een kruisweg en volksdevoties. Eind september 1895 werd in dit park de grot ter ere van Maria voltooid. Dat was een belofte van Pater Jan Baptist. In de loop van de jaren werd dit park verrijkt met vele en mooie beelden. Het laatste beeld dateert van 2019: Franciscus van Assisi.
Zoals gezegd bevond zich aan de ene kant van de lange dreef het park met een kruisweg en volksdevoties. Eind september 1895 werd in dit park de grot ter ere van Maria voltooid. Dat was een belofte van Pater Jan Baptist. In de loop van de jaren werd dit park verrijkt met vele en mooie beelden. Het laatste beeld dateert van 2019: Franciscus van Assisi.